Wat zou u ervan vinden als u de overtollig geproduceerde stroom van een naburige fotovoltaïsche installatie kon overkopen, in plaats van die van het net af te nemen? Dat is in grote lijnen het principe van collectief zelfverbruik.
Op dit moment mogen eigenaars van zonnepanelen hun overtollige elektriciteit niet aan buren verkopen. Toch wint het idee langzaam terrein ...
Liggen er zonnepanelen op uw privéwoning? Dan is zelfverbruik interessanter. Hierbij verbruikt u uw eigen elektriciteit meteen zelf in plaats van die op het net te injecteren.
Dit veronderstelt natuurlijk dat u de wasmachine best gebruikt wanneer de panelen op volle capaciteit draaien. Dat is niet alleen milieuvriendelijker, maar financieel ook interessanter dan de vereiste stroom af te nemen van het net. En dit zal nog meer het geval zijn wanneer er een einde komt aan het 'compensatie'-principe (terugdraaiende meter).
Collectief zelfverbruik vertrekt van hetzelfde principe, maar dan toegepast op een buurt, wijk of straat. Het gaat uiteraard om fotovoltaïsche installaties met een bepaald vermogen die overtollige elektriciteit produceren.
Nemen we een school die een groot aantal zonnepanelen heeft.
In het weekend en tijdens schoolvakanties, vooral dan in juli en augustus, wordt de geproduceerde elektriciteit niet verbruikt.
Op zo’n momenten kan de school dan stroom aan de buren leveren, tegen een voor beide partijen zeer aantrekkelijke prijs.
Buren zouden zich in een coöperatieve kunnen verenigen om samen, elk naar vermogen, te investeren in een grote fotovoltaïsche installatie. Dat is al het geval in mede-eigendommen. In het geval van collectief zelfverbruik zouden de panelen echter niet op elk dak apart worden geïnstalleerd. Wel zou dat dan zijn op een groot gebouw in de buurt waarvan het dak beschikbaar is en de eigenaar interesse heeft om deel te nemen.
De wetgeving legt momenteel een reeks technische normen en regels op voor wie elektriciteitsproducent en -leverancier wil worden.
Gelukkig evolueert de reglementering van de verschillende gewesten. Zo wordt gesleuteld aan een wettelijk kader dat de uitwisseling van energie en geld nodig voor collectief zelfverbruik, mogelijk maakt.
Het collectief delen van een lokale productie is alleen mogelijk voor gebouwen waarvan de elektriciteitsinstallatie op dezelfde laagspanningscabine is aangesloten. Dit beperkt dus de mogelijkheden.
De collectieve producenten-consumenten (prosumenten) moeten zich laten vertegenwoordigen door een rechtspersoon (bedrijf, vereniging, ...). Die is dan de enige contactpersoon van de distributienetbeheerder (Sibelga in Brussel) en moet zich vooral bezighouden met het organiseren van de klantengemeenschap.
Deze rechtspersoon moet ook de financiële stromen beheren (uitgifte van facturen en ontvangst van betalingen).
Om de hoeveelheid verbruikte elektriciteit op het grote net en dat van de naburige producent op de voet te kunnen volgen, zijn nauwkeurige meetgegevens nodig. Dit is enkel mogelijk als elke klant een slimme meter heeft, want alleen die kunnen een dergelijke complexiteit te beheren.
Naast de technische kant van het verhaal, kan men zich ook afvragen wie die vertrouwelijke verbruiksgegevens zal behandelen. Juridisch gezien is de distributienetbeheerder (Sibelga in Brussel) goed geplaatst om op te treden als een neutrale, onafhankelijke 'vertrouwde derde', aangezien die geen financieel belang heeft bij de operatie.
Om lokaal geproduceerde energie te delen, maken lokale klanten noodzakelijkerwijs gebruik van het openbare laagspanningsnet. Voor dit gebruik moet natuurlijk betaald worden, net zoals dat nu al het geval is voor de klassieke levering van elektriciteit. Maar omdat slechts een klein deel van het net wordt gebruikt, zal de prijs hiervoor wel lager liggen.
De marktregulator (Brugel in Brussel) zal akkoord moeten gana om speciale tarieven toe te staan, aangezien de elektriciteitsprijzen door de overheid worden gereguleerd.
De Europese Unie bevordert het beginsel van zogenaamde lokale energiegemeenschappen. Collectief zelfverbruik is een van de manieren om zo'n lokale gemeenschap te creëren, op een virtuele en vrij flexibele manier. Zo kan elke klant die op dezelfde laagspanningscabine is aangesloten, de gemeenschap vlot binnenkomen of verlaten.
In verschillende Europese landen en België worden proefprojecten bestudeerd.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en krijg maandelijks praktische energieweetjes.