Wat moet ik weten over isolatie?

• Isolatie werkt in twee richtingen: een goed geïsoleerd gebouw biedt het hele jaar door meer comfort omdat het er warmer is in de winter en frisser in de zomer. Zo'n gebouw is dus zuiniger op het vlak van verwarming en klimaatregeling.

• Te veel isoleren kan niet. Wees niet zuinig met isolatie en kies voor een laag van ten minste 20 cm (glaswol of gelijkwaardig in harde platen) of zelfs meer als het budget en de structuur van de woning dat toelaten.

• Wie 'isolatie' zegt, zegt ook 'ventilatie'. Hoe sterker een gebouw wordt geïsoleerd, hoe krachtiger de ventilatie moet zijn. Zo niet wordt een ongezonde omgeving gecreëerd en ontstaat schade als gevolg van vochtigheid die niet wordt afgevoerd.

• Isoleren is de meest rendabele energie-investering. Bovendien worden Renolution-premies (de vroegere energiepremies) toegekend. Begin altijd met het dak, waar het warmteverlies het grootst is. Pak daarna de beglazing en de raamkozijnen aan.

Isoleer nu!

Belgische huizen en gebouwen behoren tot de slechtst geïsoleerde in Europa. Gemiddeld zijn onze huizen niet beter geïsoleerd dan in Portugal. In Scandinavië ligt het verwarmingsbudget van gezinnen echter aanzienlijk lager dan bij ons. We hebben dus nog heel wat werk voor de boeg in België.

Hoe dik moet de isolatielaag zijn? Zo dik mogelijk! Elke euro die wordt geïnvesteerd in isolatiedikte betaalt zich terug en maakt het mogelijk om te besparen op verwarming. In passiefwoningen wordt tot 40 cm isolatie aangebracht. Die woningen hebben zelfs geen verwarmingsinstallatie meer nodig.

Het isolatievermogen van materialen kan worden vergeleken aan de hand van hun 'lambda-coëfficiënt' of warmtegeleidingscoëfficiënt. Deze coëfficiënt wordt altijd op de verpakking vermeld. Hoe lager de lambda-waarde, hoe hoger het isolatievermogen. Om hetzelfde isolatievermogen te verkrijgen, volstaat dus een minder dikke laag van een materiaal met een lage lambda-waarde.

De kwaliteit van isolatiemateriaal met een hogere lambda-waarde is echter niet slechter. Er moet gewoon een dikkere laag van worden aangebracht om het verschil te compenseren.

Overzicht van de warmtegeleidingscoëfficiënt lambda (λ) van enkele isolatiematerialen, uitgedrukt in W/mK (watt per meterkelvin):

• polyurethaan  0,023 tot 0,032 W/mK
• glaswol  0,032 tot 0,040 W/mK
• geëxtrudeerd of geëxpandeerd polystyreen 0,029 tot 0,042 W/mK
• kurk  0,038 tot 0,040 W/mK
• papiervlokken  0,039 W/mK
• perliet-vermiculiet  0,051 tot 0,053 W/mK.

In de praktijk isoleert 7 tot 9 cm polyurethaan even goed als

• 9 tot 12 cm glaswol of polystyreen
• 13,5 cm kurk
• 42 tot 70 cm cellenbeton
• 60 cm hout
• 300 cm massieve baksteen.

Het is dus duidelijk dat een niet-geïsoleerde massieve muur, hoe dik ook, geen isolatievoordeel biedt.

Isoleren kost minder dan om het even welke andere energie-investering en rendeert meteen. Bovendien kun je het zelf doen, wat de kostprijs nog drukt. Ten slotte worden ook isolatiepremies toegekend zodat de investering economisch nog rendabeler wordt.

Isolatie is onlosmakelijk verbonden met ventilatie. Vroeger was er in huis altijd natuurlijke ventilatie als gevolg van kieren aan deuren en ramen. Een huis dat op basis van de huidige criteria wordt geïsoleerd, is echter bijzonder luchtdicht. Aangezien alle menselijke activiteit vocht met zich meebrengt, zal een heel goed geïsoleerde woning bij gebrek aan ventilatie altijd met vochtproblemen kampen:

• condensatie
• ontstaan van schimmel
• aantasting van behangpapier, pleisterwerk en verf
• manifestatie van allergieën en chronische ademhalingsproblemen bij de bewoners.